Je neus in een glas wijn steken en diep inademen is voor veel wijnliefhebbers een bijna magisch moment. In de geur – of het bouquet – begint de persoonlijkheid van de wijn zich te onthullen.
Of je nu een beginner bent of een ervaren proever, het begrijpen van de fundamentele geurverschillen tussen verschillende wijnstijlen verrijkt elke wijnervaring. In dit artikel leggen we uit waar wijnaroma’s vandaan komen, hoe rode en witte wijnen van elkaar verschillen en welke geuren je vaak in je glas zult tegenkomen.
Waar komen wijnaroma’s vandaan?
Wijnaroma’s komen voornamelijk uit drie bronnen:
-
Primaire aroma’s – Deze komen rechtstreeks uit de druif en de omgeving (terroir). Denk aan fruitige, bloemige, kruidige of minerale geuren.
-
Secundaire aroma’s – Ontstaan tijdens het wijnmaakproces, met name tijdens de gisting. Typisch zijn geuren van gist, boter, noten of brioche (vooral bij mousserende wijn).
-
Tertiaire aroma’s – Ontwikkelen zich tijdens de rijping, in eikenhouten vaten of op fles. Hier vind je tonen van tabak, leer, gedroogd fruit, paddenstoelen en honing.
Typische geurprofielen per wijntype
Rode wijn
Rode wijn wordt gemaakt van blauwe druiven met langdurig schilcontact, wat zorgt voor diepe, vaak aardse aroma’s.
Typische aroma’s:
-
Fruit: zwarte bes, kers, pruim, braam, framboos
-
Specerijen: zwarte peper, kaneel, kruidnagel
-
Aards: tabak, leer, stal, bosgrond
-
Hout: vanille, koffie, chocolade, ceder
Voorbeelden:
-
Cabernet Sauvignon: zwarte bes, groene paprika, tabak
-
Pinot Noir: aardbei, kers, paddenstoel, vochtige aarde
Witte wijn
Witte wijn wordt meestal gemaakt van witte druiven zonder schilcontact, wat resulteert in frissere, lichtere geurprofielen.
Typische aroma’s:
-
Fruit: citrus, groene appel, peer, perzik, tropisch fruit
-
Bloemen: jasmijn, vlierbloesem, acacia
-
Mineralen: krijt, vuursteen, zilte zeelucht
-
Secundaire tonen (vooral bij houtgerijpte Chardonnay): boter, noten, toast
Voorbeelden:
-
Sauvignon Blanc: brandnetel, kruisbes, limoen, passievrucht
-
Riesling: groene appel, limoen, honing, petroleum (bij rijping)
Mousserende wijn
Vooral traditionele mousserende wijnen zoals champagne ontwikkelen complexe geuren door een tweede gisting op fles.
Typische aroma’s:
-
Brioche, gist, geroosterd brood
-
Appel, citroen, hazelnoot
-
Honing, mineraliteit, romige structuur
Zoete wijn
Zoete wijnen zoals Sauternes of Duitse Auslese hebben vaak intense, gelaagde aroma’s, zeker als er edele rotting (Botrytis) aanwezig is.
Typische aroma’s:
-
Gedroogd fruit, honing, abrikoos, saffraan
-
Marmelade, bijenwas, kruiden
Train je neus – zo verbeter je je geurherkenning
Je reukvermogen is sterk verbonden met emoties en herinneringen, wat wijnproeven tot een persoonlijke zintuiglijke ervaring maakt. Zo train je je neus:
-
Ruik dagelijks bewust aan fruit, kruiden, aarde, bloemen
-
Vergelijk verschillende wijnen naast elkaar
-
Gebruik een aromawiel of geurkits
-
Schrijf je bevindingen op – het helpt je om beter te onthouden en leren
Aroma’s herkennen draait niet om goede of foute antwoorden – het gaat om aandacht, oefening en beleving. Door de basisgeuren van verschillende wijnsoorten te leren kennen, wordt elk glas een rijkere ervaring. Wijn wordt dan meer dan een drankje – het wordt een herinnering.