Peper is het meest gebruikte kruid ter wereld en wordt al eeuwenlang “het zwarte goud” genoemd. Het komt van de peperplant Piper nigrum, een klimplant die wordt geteeld in tropische gebieden zoals India, Vietnam en Indonesië. Aan de plant groeien kleine bessen in trossen, en afhankelijk van het oogstmoment en de verwerking ontstaan verschillende soorten peper.
Zwarte peper
Wordt gemaakt van onrijpe groene bessen die kort worden gefermenteerd en daarna gedroogd. Tijdens dit proces worden ze donker en gerimpeld. Zwarte peper heeft een krachtige, aromatische smaak met pit en diepte.
Past goed bij: Vlees, stoofschotels, sauzen, kaas en als klassiek tafelkruid.
Witte peper
Komt van dezelfde bessen als zwarte peper, maar hierbij laat men de bessen rijpen, weekt ze en verwijdert de schil, zodat alleen de pit overblijft. De smaak is milder, aards en licht scherp.
Past goed bij: Vis, kip, soepen, lichte sauzen en aardappelgerechten.
Groene peper
Onrijpe bessen die door drogen, inleggen of invriezen worden geconserveerd om hun groene kleur te behouden. Ze hebben een frisse, kruidige smaak met milde scherpte.
Past goed bij: Sauzen, wild, kip, zachte kazen en zelfs in cocktails zoals gin-tonic.
Rode peper
Volledig rijpe bessen die met schil worden gedroogd. Minder gebruikelijk, met een fruitige en licht zoete smaak.
Past goed bij: Salades, kaas, desserts en chocolade.
Hoe peper groeit
Peperbessen groeien in trossen die lijken op kleine druiven. Het verschil tussen zwarte, witte, groene en rode peper komt dus niet door verschillende planten, maar door het oogstmoment en de verwerking. Het is dezelfde plant – maar met heel verschillende smaken, afhankelijk van hoe de bessen worden behandeld.
Peper van Piper nigrum is een veelzijdig kruid dat in bijna alle keukens gebruikt kan worden. Door de juiste soort te kiezen – zwart, wit, groen of rood – kun je verschillende smaaknuances benadrukken en balans creëren in zowel dagelijkse gerechten als feestmaaltijden.