Wanneer we het hebben over de meest iconische wijnen van Hongarije, kunnen we niet om de drie druivenrassen heen die de magie van Tokaj creëren: Furmint, Hárslevelű en Sárga Muskotály.
Deze druiven vormen al eeuwenlang de basis van enkele van de meest bewonderde wijnen ter wereld, met name de legendarische Tokaji Aszú, een wijn die door koningen, keizers en dichters werd geprezen. Maar wat maakt deze druiven zo bijzonder?
Laten we hun unieke kenmerken en fascinerende geschiedenis ontdekken.
Furmint – De Koningin van Tokaj
Als Tokaj een koninklijke familie had, zou Furmint ongetwijfeld de koningin zijn. Deze druif vormt de ruggengraat van de Tokaj-wijnen en wordt gebruikt voor zowel droge als zoete wijnen. Furmint staat bekend om zijn hoge zuurgraad, wat de wijnen een uitstekende rijpingscapaciteit geeft. De dunne schil maakt de druif zeer gevoelig voor botrytis (edele rot), een essentieel element in de productie van de rijke en complexe Tokaji Aszú-wijnen.
Smaakprofiel:
Droge Furmint-wijnen hebben vaak aroma’s van groene appel, citrus, amandel en mineraliteit, terwijl zoete Aszú-wijnen tonen van gedroogde abrikoos, honing, karamel en saffraan vertonen.
Leuk weetje:
In de 18e eeuw noemde Lodewijk XIV van Frankrijk de Tokaji Aszú "De wijn der koningen, de koning der wijnen", en dat allemaal dankzij de Furmint-druif.
Hárslevelű – De Aromatische Partner
Naast Furmint vinden we Hárslevelű, een druivensoort die in het Hongaars "lindeblad" betekent, vanwege de gelijkenis van de bladeren met die van de lindeboom. Deze druif is bloemiger en kruidiger dan Furmint en wordt vaak gebruikt in blends om de wijnen voller en aromatischer te maken.
Smaakprofiel:
Hárslevelű draagt aroma’s bij van acaciahoning, oranjebloesem, vanille en tropisch fruit. Naarmate de wijn rijpt, ontwikkelt hij vaak tonen van specerijen en een subtiele rokerigheid, waardoor hij zowel in droge als in zoete wijnen goed tot zijn recht komt.
Leuk weetje:
Hárslevelű staat bekend om zijn vermogen om Tokaji-wijnen een zijdezachte textuur en een extra dimensie van bloemige en kruidige aroma’s te geven.
Sárga Muskotály – De Levendige Verleider
Sárga Muskotály, of Gele Muskaat, is een van de oudste druivenrassen ter wereld en wordt in Tokaj gebruikt om frisheid en florale aroma’s aan droge en zoete wijnen toe te voegen. Het is een van de meest aromatische druiven in de regio en geeft de wijn een direct herkenbaar en verleidelijk geurprofiel.
Smaakprofiel:
Deze druif brengt een explosie van sinaasappelschil, citrusbloesem, jasmijn, muskaatdruif en nootmuskaat. Door zijn lage zuurgraad en intense parfum wordt hij vaak in kleine hoeveelheden gebruikt in Tokaji Aszú, om een extra bloemige en citrusachtige dimensie toe te voegen.
Leuk weetje:
Tijdens het Habsburgse Rijk was Sárga Muskotály een van de favoriete druiven van de keizer en werd hij bekend als "de wijn van koninklijke feesten".
Hoe Werken Deze Druiven Samen?
Een van de meest fascinerende aspecten van de Tokaj-regio is hoe deze drie druiven elkaar aanvullen in de wijnbereiding. Furmint zorgt voor structuur en zuurgraad, Hárslevelű voegt body en aromatische complexiteit toe, en Sárga Muskotály brengt florale en citrusachtige tonen in de wijn.
Bij droge wijnen resulteert dit in elegante, minerale wijnen met een levendige zuurgraad en gelaagde complexiteit. In Tokaji Aszú creëren deze druiven samen een intense en bijna magische ervaring, waarbij elke slok eeuwenoude wijntraditie weerspiegelt.
Dus de volgende keer dat je een fles Tokaji opent, denk dan aan de drie druiven die deze wijn zo speciaal maken: Furmint, Hárslevelű en Sárga Muskotály.